Metaal-WIKI
Lasprocessen
Lasprocessen in de metaalbewerking
Lasprocessen vormen de kern van vrijwel alle laswerkzaamheden binnen de metaalbewerking. Elk lasproces heeft zijn eigen manier van verhitting, smelten en het vormen van een lasverbinding. De keuze voor een specifiek lasproces heeft directe invloed op de laskwaliteit, de sterkte van de verbinding, de productiesnelheid en de geschiktheid voor bepaalde materiaalsoorten.
Binnen deze metaal-wiki vind je een overzicht van de meest gebruikte lasprocessen, inclusief hun kenmerken en typische toepassingen. Deze pagina helpt je begrijpen wat lasprocessen zijn, waarin ze verschillen en wanneer welk lasproces logisch is, met verwijzingen naar verdiepende uitleg per techniek.
Wat is een lasproces?
Een lasproces is een techniek waarbij metalen permanent met elkaar worden verbonden door middel van verhitting en smelten. Hierbij ontstaat een lasbad waarin het basismateriaal en eventueel lastoevoegmateriaal samensmelten. Na afkoeling vormt dit een vaste lasnaad die onderdeel wordt van de constructie.
Afhankelijk van het lasproces wordt de benodigde warmte opgewekt door een elektrische boog, een gasvlam of een andere energiebron. Het smeltbad wordt beschermd tegen luchtinvloeden door een beschermgas, een slaklaag of een poederdek. Factoren zoals het type lasapparatuur, de gebruikte elektroden of lasdraad, en de mate van handmatig of geautomatiseerd lassen bepalen het karakter van het lasproces.
Hoe verschillen lasprocessen van elkaar?
Lasprocessen verschillen onderling in de manier waarop warmte wordt ingebracht en hoe het smeltbad wordt gecontroleerd. Deze verschillen hebben invloed op de toepasbaarheid, snelheid en nauwkeurigheid van het lassen.
Belangrijke onderscheidende factoren zijn onder andere:
- de hoeveelheid en verdeling van de warmte-inbreng
- het type energiebron, zoals een elektrische boog of gasvlam
- het gebruik van lastoevoegmateriaal, zoals lasdraad of een beklede elektrode
- de bescherming van het lasbad met inert gas, actief gas of poeder
- de mate van automatisering: handmatig, semi-automatisch of volledig geautomatiseerd
- geschiktheid voor verschillende lasposities en materiaalsoorten
Door deze verschillen is geen enkel lasproces universeel toepasbaar. De juiste lastechniek wordt altijd gekozen op basis van materiaal, toepassing en kwaliteitsvereisten.
Overzicht van veelgebruikte lasprocessen
Binnen de metaalbewerking worden meerdere lasprocessen toegepast. Hieronder volgt een overzicht van de meest voorkomende technieken, met een korte toelichting per proces.
TIG lassen
TIG lassen is een nauwkeurige lastechniek waarbij een niet-afsmeltende wolfraamelektrode (tungsten) wordt gebruikt in combinatie met een inert beschermgas, meestal argon. Het proces biedt veel controle over het lasbad en levert een hoge laskwaliteit, vooral bij dun materiaal en zichtwerk.
MIG/MAG lassen
MIG/MAG lassen is een vorm van gasbooglassen waarbij een continu aangevoerde lasdraad fungeert als lastoevoegmateriaal. MIG lassen werkt met inert gas, MAG lassen met actief gas zoals COā of menggas. Dit lasproces is breed inzetbaar binnen constructie- en productiewerk.
Elektrode lassen (BMBE)
Bij elektrode lassen, ook bekend als booglassen met beklede elektrode of BMBE-lassen, smelt de elektrode zelf en vormt daarbij een beschermende slaklaag. Dit proces is robuust en geschikt voor buitenwerk en situaties waar gasbescherming minder praktisch is.
Autogeen lassen
Autogeen lassen gebruikt een gasvlam van zuurstof en acetyleen om het metaal te verhitten en te smelten. Het is een relatief eenvoudige lastechniek die vooral wordt toegepast bij dunwandige materialen en installatiewerk.
Poederdek lassen (OP-lassen / SAW)
Poederdek lassen is een geautomatiseerd lasproces waarbij de elektrische boog onder een laag laspoeder verborgen zit. Dit zorgt voor diepe inbranding en stabiele lasresultaten bij dikke platen en zware constructies.
Wanneer kies je welk lasproces?
De keuze voor een lasproces hangt af van meerdere factoren. Zo spelen de materiaalsoort, de dikte van het metaal en de gewenste laskwaliteit een belangrijke rol. Ook productiesnelheid, herhaalbaarheid en de bereikbaarheid van de lasverbinding zijn bepalend.
Voor dun plaatwerk en hoogwaardige afwerking wordt vaak gekozen voor TIG lassen, terwijl MIG/MAG lassen beter geschikt is voor seriewerk en constructieve toepassingen. Elektrode lassen wordt ingezet bij reparaties en buitenwerk, terwijl poederdek lassen vooral wordt toegepast bij zware en geautomatiseerde productieprocessen.
Vergelijking van lasprocessen
| Lasproces | Nauwkeurigheid | Snelheid | Typische materialen | Typische toepassing |
|---|---|---|---|---|
| TIG lassen | Hoog | Laag | RVS, aluminium | Zichtwerk, precisie |
| MIG/MAG lassen | Gemiddeld | Hoog | Staal, RVS, aluminium | Productie, constructie |
| Elektrode lassen | Gemiddeld | Middel | Staal | Buitenwerk, reparatie |
| Autogeen lassen | Laag | Laag | Staal | Installaties, buizen |
| Poederdek lassen | Hoog | Hoog | Dik staal | Zware constructies |
Classificatie van lasprocessen
Internationaal worden lasprocessen geclassificeerd volgens normen zoals EN-ISO 4063. Deze norm kent aan elk lasproces een uniek procesnummer toe en wordt gebruikt als referentie in technische documentatie, lasmethodebeschrijvingen en kwaliteitscontrole. De classificatie helpt om lasprocessen eenduidig te benoemen, onafhankelijk van apparatuur of fabrikant.
Lasprocessen in context
Lasprocessen staan niet op zichzelf. De uiteindelijke kwaliteit en toepasbaarheid van een lasverbinding wordt bepaald door de combinatie van het gekozen lasproces, het materiaal, de vorm van de lasverbinding en de laspositie. Ook voorbereiding, omgevingsfactoren en nabehandeling spelen hierbij een rol.
Binnen deze metaal-wiki worden deze onderwerpen afzonderlijk en verdiepend behandeld. Zo ontstaat een samenhangend beeld van hoe lastechnieken in de praktijk worden toegepast binnen de metaalbewerking.